‘Elke dag verbaas je je weer over de diepte die in de Spreuken zit.’
De Spreuk uit 4:15 spreekt ook weer aan:
Verwerp die, ga die niet op, wijk daarvan af en ga voorbij!
Hier gaat het om actief afwijzen van de wegen van de slechte
kwaaddoeners. Dat zou de koning Rehabeam, de zoon van
Salomo, in zijn oren knopen en ernaar handelen. Hij zou niet
doen zoals de koningen van de omringende volkeren. Helaas
constateer je, dat hij deze wijze woorden van zijn vader vergeten
was en 1 Koningen14:21-31 getuigt daar indringend van.
‘Dat is erg duidelijk ja, en hij verhoogde de belastingen toch flink?’
Jawel, dat lezen wij in 1 Koningen 12. Een droevige geschiedenis, die
de scheuring van het koninkrijk vertelt. Rehabeam hield eerst slechts
1 stam over: Juda. De rest ging achter Jerobeam aan, de koning van
het noordelijke 11-stammenrijk. Zij werden afvallig van het huis van
David. Het was overeenkomstig de profetie, dat het rijk verscheurd zou
zijn en dat men tot afgoderij zou vervallen, en daar was Salomo in voor-
gegaan, want al die vreemde vrouwen brachten hun afgoden mee.
‘Zo ging Salomo precies niet doen wat de Torah zegt!’
Jawel, Deuteronomium 17:16,17 gaf voorschriften aan de toekomstige
koningen, en Salomo nam ze niet in acht. Daarom zou het beter zijn,
dat Jahweh zelf hun koning zou zijn en blijven, maar dat gebeurde niet.
Zij wilden een koning zoals de volkeren rondom, ze wilden ‘meedoen
met de anderen’; ‘erbij horen’; ‘aanzien in de wereld hebben’, et cetera.
Daarom zouden wij in de gemeentes het leiden overlaten aan de Heer
die het hoofd is en de praktische, geestelijke lijnen door de gezamen-
lijk optrekkende oudsten en opzieners -waar nodig- laten uitzetten.
Uiteraard wijsheid biddend zoekend in de brieven van Paulus en zo
te dienen in het lichaam van Christus.