‘Gisteren was boeiend, gaat het vandaag dus weer over de koning.’
Jawel, en we hebben gezien dat er een diepere laag in zit die wijst naar de
Heer Jezus Christus. Hij is de Koning der koningen. We kijken naar vers 11:
een betrouwbare waag en weegschaal behoren Jahweh toe,
alle weegstenen in de buidel zijn Zijn werk.
Als een uitspraak gedaan moet worden in enige zaak, dan moet er
zorgvuldig afgewogen worden voordat de uitspraak gedaan kan worden.
Het zou dus onterecht zijn om iets zwaarder te laten wegen dan nodig,
anders krijg je klassejustitie. Zo van: als het om een bekend of belangrijk
persoon gaat, rolt er een andere uitspraak uit dan wanneer het een gewo-
ne sterveling (jij en ik) betreft.
‘Als de koning dus Jahweh raadpleegt, komt het goed?’
De koningen van Israël zouden inderdaad de Thora raadplegen voordat zij
een uitspraak kunnen doen. Daarin staat heel wat geregeld als het gaat om
zaken waar de doodstraf (door steniging) op staat. De koning kon echter
bij de profeet en de (lerende) priester te rade gaan, als hij twijfelt wat de uit-
spraak moet zijn.
‘En wat zijn de weegstenen in de buidel eigenlijk?’
Dat zijn de Urim en de Tummim die in een buidel waren. Zie Exodus 28:30,
waar staat, dat Aäron voortdurend de urim en tummim in een buidel bij zich
moest dragen als er steeds een beslissing nodig was voor de Israëlieten. Dat
zou voor de koningen later een beslissende stem moeten zijn. Maar bij een
koning als Saul werkte dat bij gelegenheid (1 Samuël 28:6) niet.
Uiteindelijk wel, wat wij als ’toeval’ bestempelen, is in feite een werk van
Jahweh. Hij werkt alles uit! Als de koning zich bewust wendt tot Jahweh,
via de profeet of de priester (Urim en Tummim, lichten en volmaaktheden)
wordt hij geleid door het licht dat Jahweh geeft, dat zorgt voor een gave
(tamim – tummim) beslissing, goed voor het volk en tot eer van God!