Woord vandaag

Wij werden dan begraven met 
Hem door de doop in de dood, 
opdat, evenals Christus 
opgewekt is uit de doden 
door de heerlijkheid van 
de Vader, zo ook wíj 
in nieuwheid van leven
wandelen.
        
Romeinen 6:4

Wij gingen niet alleen met Hem
mee de dood in, nu blijkt dat wij 
óók met Hem werden begraven. 
De oude mens is definitief weg. 
En nu komt ook de nieuwe naar 
voren: wandelen in nieuwheid 
van leven. Het nieuwe in ons is 
Christus, de Opgewekte. 
De doop in Zijn dood heeft te 
maken met onze begrafenis. 
Dat is wel een puur geestelijk 
gebeuren; en het Opgewekt zijn
met Hem eveneens.  Dat werkt
uit in een leven dat Zijn eer is. 
Vader wekte Hem op; dat is Zijn
kracht en Zijn heerlijkheid. Iets 
van die heerlijkheid wordt nu 
in ons leven zichtbaar. Ja, leven
tot Zijn eer.

Woord vandaag

Of zijn jullie onwetend, dat al 
wie gedoopt zijn in Christus 
Jezus, in Zijn dood gedoopt zijn?
          Romeinen 6:3

Paulus speelt niet op het gevoel
van gelovigen. Het gaat om het 
nuchtere weten hoe de redding
is. Kennelijk waren gelovigen in
Rome niet goed op de hoogte.
Het is niet de doop in water,
maar die in Zijn dood. Iedere
gelovige is, zonder het direct te
beseffen, in Zijn dood gedoopt. 
Je bent naar binnen in Christus
Jezus gedoopt, je werd mede 
met Hem gekruisigd en in Zijn 
dood werd je gedoopt. Je ging 
mee met Hem het graf in. En nu,
de dood gelukkig voorbij, ben je
in Christus. Geestelijk leef
je in Hem en leef je anders. Nog
wel in het stervende lichaam en
dat is moeilijk, en toch nieuw
leven van Christus
 in je.                                                                                                                                                                                                                        

Woord vandaag

Wij, die gestorven zijn voor 
de zonde, hoe zullen wij nog 
in haar leven?
       Romeinen 6:2

Tot nu tot heeft dit niet in de
brief geklonken. Paulus heeft 
het lijden, de dood en de 
opwekking van Christus in
Romeinen 3, 4, 5 verkondigd.
Dat ook wij daarin betrokken
zijn, komt nu naar voren.
De gelovige heeft rijke genade
ontvangen in rechtvaardiging 
om niet + verzoening met God
door de dood van Zijn Zoon.
En nu klinkt het heerlijke, dat 
ook wij, kennelijk met Christus,
stierven. En afgesneden van de
zonde, in wezen. We hebben 
genade van God als heerser
boven ons.

Woord vandaag

Wat zullen wij dan ook 
uitspreken? Dat wij zouden
blijven bij de zonde, opdat 
de genade toeneme? 
Moge het niet gebeuren! 
Wij, die gestorven zijn voor 
de zonde, hoe zullen wij nog 
in haar leven?

     Romeinen 6:1,2

De vraag uit vers 1 beantwoord.
Duidelijk is de dringende wens:
Moge het niet gebeuren! In het
vervolg van Romeinen 6 lees je 
het onlogische van de conclusie
van vleselijk denken.
Hoewel het zo is dat de genade
toeneemt naarmate zonden zich
opstapelen, is niet aan de orde
dat een gelovige bewust ermee
doorgaat. Want dat houdt in, dat
die gelovige beheerst wordt door
het eigen vlees, vleselijk denkt.
In het vervolg komt goed nieuws
naar voren: de dood van Christus
aan het kruis en Zijn opwekking 
uit de doden door Vader. 

Woord vandaag

Wat zullen wij dan ook 
uitspreken? Dat wij zouden 
blijven bij de zonde, opdat 
de genade toeneme?

   Romeinen 6:1

Na het hoogtepunt Romeinen 
5:20,21 komen vragen op uit
menselijk denken. Goed nieuws
van genade is niet naar de mens.
Het vleselijk denken concludeert
uit de woorden van 5:20,21. 
Paulus bespreekt dit, stelt de 
vraag die bij kritische mensen 
opkomt uit het menselijk idee:
‘dat is maar makkelijk’. Zeker.
De mens hoeft voor God niets 
te bewijzen: die zijn al geleverd.
En de genade neemt toe als de
zonden opstapelen. Dat is waar.
De genade van God is soeverein
in deze tijd.