Een rooms-katholiek, een gereformeerde, een pinkstermens, een baptist, een kerklid van de Nazarener en een zevendedagsadventist komen in een samenkomst waar de Schrift geopend en gesproken wordt.
Zij delen met elkaar het geloof in de Opgestane. Zij bevinden zich in verschillende richtingen. Toch zijn zij één. De onderlinge verschillen in opvatting zijn er. Niettemin
bestaat er geen enkele hindernis om in zo’n samenkomst het geloof te laten opbouwen en te belijden. Wellicht moet er door de Schriften nog flink in de traditionele opvattingen geschoffeld worden, maar onkruid wieden is altijd goed!
Dan kunnen de planten en het gewas flink doorgroeien.
Paulus sprak op de Areopagus tegen pure heidenen. Hij haakte aan bij hun denken, wist hoe ze dachten en predikte hun de Opgestane. Daarna haakten onmiddellijk velen af, maar sommigen geloofden. Het gaat God om die enkelingen, die Hij roept.
Al die geroepenen ontvangen opbouw door rond het Woord samen te komen en het geloof in de opgestane Heer Jezus Christus te delen. Het woord wordt gesproken tot opbouw, en zet de gelovigen aan tot dienstwerk. Allen dienen, op een of andere manier. God bedoelt dat. Een van de grote hindernis, die dat dienstwerk vaak in de weg staat, is het vlees.
Paulus schrijft daarover: ‘ Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Voor zover ik nog in het vlees leef, leef ik door het geloof van de zoon van God, die mij liefheeft en zich voor mij overgeeft’
Galaten 2:20
Zo was het niet langer zijn eigen leven (het vlees), wat hij uitleefde, maar het leven van de Zoon zelf!