‘He, wat jij gister zei zoals Paulus bezig was he. Dat vind je niet zo heel
veel meer terug in kerk en kring. Men spreekt vaak naar tradities en
vast ingesleten dogma’s en leringen. Weinig verrassende nieuwe dingen.’
Als je het mij vraagt, komt dat door het steeds niet het woord zelf aan het
woord laten, maar over het woord spreken. Daarom staat bijvoorbeeld de
Romeinenbrief bomvol citaten uit de Tenach (Oude Testament). Wat daar-
mee vastgesteld kan worden, is dat de apostel de Schriften zelf aan het woord
laat komen. Als we hem willen navolgen, dan gaat dat op die manier.
‘Maar je merkt, dat mensen zelf willen praten en aan het woord willen zijn.’
Maar het een sluit het ander toch niet uit? Als je een bijbelkring hebt bezocht
kun je daarna er met elkaar over spreken. Een vraag stellen kan altijd. Daar kun
je dan  de bijbelstudieleider over benaderen. En die kan in de kring de vraag be-
antwoorden. Daarbij legt de Schrift zichzelf uit.
‘Soms hoor je ook, dat mensen met elkaar over onderwerpen willen spreken.
Hoe kijk jij daar dan tegenaan? Denk je dat je samen verder kan komen in de
Schrift?’
Dat laatste zeer zeker. Het lijkt mij, dat leraren er zijn om de heiligen toe
te rusten en voeding te geven. Deze voeding komt uiteindelijk uit het hoofd,
onze Heer, zelf naar de leden van het lichaam.
‘Betekent dat een meer eenrichtingsverkeer in de bijbelstudie?’
‘Het is naar mijn stellige overtuiging nodig, dat iemand goed voorbereid en
in en naar de Schrift spreekt. Daar kunnen mensen op reageren en vragen
over stellen. Maar de Schrift zelf geeft het antwoord.’
‘Loop je dan geen kans, dat het alleen de opinie van de betreffende leraar is?’
De leraar zal zijn opinie achterwege laten ten gunste van de Schrift zelf, als
het goed is. De Heer Jezus Christus is dé leraar waar de leraar naar zal luisteren
en doorgeven wat hij ontvangt.
Paulus ontving zijn woorden in zijn brieven van Christus Jezus, de verheerlijkte
Heer. Die woorden zijn er om door te geven en waar nodig is, toe te lichten.