‘Efeziërs. We zijn er op deze manier aardig lang mee bezig.’
Het is de moeite waard. De kroonbrief van de apostel, waarin zo op-
merkelijk de plaats en bediening van het lichaam van Christus wordt
uiteengezet. Gered in genade, erg fijn voor de gelovigen. Relatief
weinig gelovigen hebben in de diepte de genade van God leren ken-
nen. Meestal denkt men, dat de redding wel helemaal genade is.
Daarna begint het probleem voor velen. Hoe nu te leven? Paulus
leert, dat het ook dan genade blijft.
‘En dat is zo heerlijk. Steeds meer besef ik dat.’
We hebben van het begin af aan gezien, dat de genade overstroomt
in deze brief. Vanuit God stroomt de genade naar beneden, naar ons,
en omringt ons helemaal. Als we tekort schieten, brengt dat ons niet
in veroordeling. Genade blijft zeggen: gezegend ben je, wat je ook
zou doen, je bent in genade. Je kunt nooit buiten Gods gunst vallen.
Het gaat zoveel verder dan de meesten kunnen beseffen, omdat het
niet gepredikt wordt.
‘Dat was Paulus’ verzuchting vermoedelijk ook, denk ik.’
Zeker als je de Galatenbrief leest. Daar is hij zeer scherp. Fel. Omdat
daar het fundament van zijn evangelie in het geding kwam: Gods ge-
nade. Het zou goed zijn, te luisteren naar die brief! Tekenend is, dat
Galaten in gemeentelijke Bijbelstudies (als er al aan echte bijbelstu-
die gedaan wordt) niet aan de orde komt. Te lastig waarschijnlijk.
Genade is het hoofdbegrip in Paulus’ brieven. Wonderlijk dat juist
de overstijgende rijkdom van Gods genade in Zijn mildheid voor ons
aan de hemelse machten getoond zal worden.