‘Het is duidelijk voor mij. Wij horen eigenlijk –in Christus- niet meer bij deze
oude schepping.’
Dat is wat in de brieven naar voren komt. De scheidslijn werd door Golgotha
getrokken. Het kruis maakte een einde aan de oude mensheid. Daarom staat
in Romeinen 7:
Zodat, mijn broeders, jullie ook gedood werden voor de wet door het lichaam
van Christus, naar jullie worden van een andere, van de Ene die uit de doden
werd opgewekt, opdat wij vrucht zouden dragen voor God Romeinen 7:4
Wat hier staat, richt hij in het bijzonder tot de Joden. Zij hadden immers de wet-
plaatsing (Romeinen 9:1-5) et cetera. Maar in feite geldt dit voor heel de mens-
heid. De teksten uit 2 Korinte en Romeinen zijn helder. Als er al iemand is die de
Thora van Mozes wil opleggen op mensen waar dan ook, dan is dat onterecht.
‘Als gestorvenen met Christus zijn wij dus sowieso dood voor de wet.’
Ja, de woorden van de Heer in Mattheüs 5:17-20 blijven staan en ik geloof ze.
Hij heeft de wet, de Thora vervuld, toen Hij op aarde wandelde, leefde én stierf.
Vooral Zijn dood is belangrijk als het gaat om het vervullen, compleet maken
van de Thora. In Hem is die Thora vervuld, tot zijn doeleinde gekomen. Want
wat eiste de wet? De dood van de zondaar!
‘Zeker! Dat is waar! Nooit in die zin bij stilgestaan!’
Dat vonnis van de Thora is voltrokken op Golgotha. Zo werd de wet vervuld, in
Hem die met zich heel de oude, zondigende mensheid het graf in trok. Zo bezien
is voldaan aan de eis van de wet: de ziel die zondigt, moet sterven. En dat is ge-
beurd. De mens heeft laten zien dat hij de Thora niet kon doen, laat staan dat
hij in staat was die te vervullen. Dat kon de Heer Jezus Christus alleen, en van-
daar de uitspraak in Mattheüs 5:17-20. Morgen meer.