‘Dat wij in Christus al een nieuwe schepping zijn, dat heeft een hele
diepe betekenis!’

Wij zijn in Christus Jezus een nieuwe schepping, daarom zijn wij – geeste-
lijk gezien – al voorbij de oude geplaatst. Dat heeft grote gevolgen. Eén
van die gevolgen is, dat wij niemand meer naar het vlees kennen. En in-
dien wij Christus al naar het vlees gekend hebben, nu niet meer. Dat is
de gevolgtrekking, die Paulus maakt in de tweede Korintebrief.
Dus zelfs Hij, zoals Hij rondwandelde op aarde te midden van Zijn volk,
we kennen Hem niet langer naar het vlees. Hij is de verheerlijkte aan Gods
rechterhand!

‘Dat heeft grote gevolgen. Dat zien echter veel gelovigen niet in, die
willen graag in Zijn voetstappen wandelen.’

Dat laatste schrijft Petrus. Dat is Hem naar het vlees kennen. Als het gaat
om het geestelijke is het Zijn gezindheid –ootmoedigheid- die wij tot voor-
beeld nemen (Filippenzen 2:5-11). Hij daalde af om te dienen, Zijn hemelse
Vader stelde Hem in die plaats. Ook de Heer Jezus Christus wandelde als
Rechtvaardige door geloof. In dat aspect net als Abram. Die wandelde in
de gerechtigheid van het geloof wat hij in zijn onbesneden staat bezat.
Hij was gerechtvaardigd door geloof, zonder de werken.

‘Ja, dat is voor het model om na te volgen. Zo wandelen ook wij, toch?’

Ja, dat geldt ook ons, wij die onbesneden zijn naar het vlees, dat maakt
ook helemaal niets meer uit, schrijft Paulus in Galaten 6. Het gaat erom
of je een nieuwe schepping bent. En dat zijn wij als gelovigen! In alles be-
seffen wij dat. Door de dood en opstanding van Christus zijn wij overge-
plaatst in de nieuwe schepping. Zoals Hij zelf de Eersteling daarvan is.
Eén van de grote gevolgen daarvan is, dat wij niet onder Thora, maar
onder Gods genade zijn!