‘Dat wij meewerken in Zijn werk, dat heeft met de hemelse machten te maken,
en het bekendmaken van de verzoening?’

Ja, God heeft het woord van de verzoening in ons gelegd, en Hij smeekt de mens
als het ware door heen: ‘laat je met God verzoenen’, dat wil zeggen: wees je be-
wust van wat al een feit is, God houdt van je en dank Hem voor Zijn genade. Alles
is immers gedaan. De mens hoeft niets te doen dan alleen te horen krijgen wat
God al gedaan heeft zodat alle hindernissen om Hem te naderen, weg zijn geno-
men. Hij komt naar de mens toe in plaats van andersom. Voor de komst van de
Heer Jezus op aarde als mens was het voor de mens nauwelijks mogelijk God te
naderen, nu is het allemaal anders.

‘Ja, iemand van het volk Israël kon slechts tot de priester naderen met een offer-
dier en niet in het heiligste deel van de tabernakel of tempel komen.’

Nee, dat is wat de Hebreeënbrief uitgebreid laat zien. De hogepriester kon slechts
één keer per jaar op grote verzoendag in het heilige der heiligen Ieue (Jahweh) na-
deren. Daar verbleef de heerlijkheid van Ieue en sprak tussen de cherubim tot de
hogepriester, die slechts kon naderen door het bloed te sprenkelen. Maar dat was
geen volkmaakte situatie. Integendeel. Het moest elk jaar herhaald worden. Maar
nu kan ieder mens met God omgaan, door Zijn geest, op een manier die toen niet
voor mogelijk gehouden werd. Van welk volk je bent maakt helemaal niets meer
uit. De Heer Jezus heeft dit mogelijk gemaakt door één keer de zonde weg te doen
door Zijn dood en opstanding.

‘Machtig, wat een evangelie. Daar komt geen menselijke inspanning bij kijken.’

Heerlijk wat Hij bewerkte. Gods gerechtigheid werd door dit alles heen getoond
en God
 
verzoende de wereld met Zichzelf door de dood van de Zoon heen. Nu Hij
leeft
 
aan Gods rechterhand, bestaat er geen enkele belemmering meer voor de
mens.
 
Alle hindernissen zijn weg. De mens heeft geen enkele religieuze verplich-
ting meer
 
om tot God te naderen. Christus zelf is daar het antwoord op. Hij bracht
de mens
 
tot God. En daarom klinkt door de ekklesia die Zijn lichaam is de roep:
laat je met
 
God verzoenen! God smeekt de mens Hem te danken voor Zijn genade.