‘Hoe kun je je het beste voorbereiden op wat komen gaat?’

Het accent voor de gelovige ligt te allen tijde op het woord, in het
bijzonder wat Paulus verkondigt in zijn brieven. En als je dat niet meer
zo boeit, dan ligt dat niet aan die brieven, maar aan de gelovige. Tal
van vurige pijlen worden immers afgevuurd op ons als gelovigen, waar-
voor wij de wapenrusting van God aandoen en zo in geloof Zijn uit-
spraken lezen, herlezen, bestuderen en hanteren als kortzwaard.
Alles is er op gericht, de gelovige af te brengen van het bewuste genot
van het hemelse lotdeel, en hem te richten op het aardse, het onder-
maanse.

‘De voorbereiding vindt hier plaats in de praktijk van alledag?’

Precies. Het is geen worsteling met vlees en bloed, maar standhouden
tegen de geestelijke boosheden in de lucht, de machten van het boze,
onder leiding van de tegenwerker. Alles is erop gericht de gelovige gees-
telijk onderuit te halen, in verwarring te brengen. Resultaat is dan nogal
eens, dat de op het verkeerde been gezette gelovige zich heel erg gaat
inspannen met allerlei dingen, die er niet toe doen in het licht van het
paulinische evangelie. Hier zouden concrete voorbeelden bij genoemd
kunnen worden, maar ieder denkt er maar eens goed over na in het
licht  van wat wij binnenkort gaan doen te midden van de hemelingen.

‘Je kunt je afvragen of dat wat je doet of waar je je zo ijverig voor inzet,
wel iets is, dat het werk van de Heer is?’

De vraag stellen is hem beantwoorden. De Schrift geeft zelf het eenvou-
dige, voor de hand liggende antwoord: ‘de levende en ware God dienen
en Zijn Zoon uit de hemelen verwachten
’ (1 Thessalonicenzen 1:9,10).

Vervolgens kun je oeverloos discussiëren over wat de levende en ware
God dienen dan inhoudt. Paulus schrijft ook, dat wij onze lichamen stel-
len tot een levend, heilig, God welgevallig offer en dat wij onze denkzin
laten vernieuwen door Zijn woord. Opdat wij erkennen wat de wil van
God is: het goede, welgevallige en volkomene. Dat is wat het dienstwerk
in het lichaam van Christus inhoudt. Doen wat de Heer op je weg brengt.
De Heer dienen is niet hetzelfde als een organisatie dienen, het lichaam
van Christus is een organisme, waarin elk lid een eigen functie heeft!