‘Mooi he, dat derde vers van Efeziërs 1. Heel bijzonder.’

Gezegend is de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons
zegent met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen,
in Christus

Wat een ongelooflijke woorden. Wat een grote, rijke zegen. Hij zegent
ons, wij die geen enkel voorrecht of verdienste hadden. Aan Israël wa-
ren wel geestelijke zegeningen beloofd die zij met de natiën deelden.
Maar voor dat volk waren ook materiële zegeningen beloofd, die zij in
het land zullen genieten. Zij zullen genieten van de olijfbomen, de
vijge
bomen en de wijnstokken om hun zielen te verzadigen op de
weder
geboren aarde. Zij zullen vergezeld worden door de geestelijke
zegen 
die zij in type uitbeelden. Maar het koninkrijk van God op aarde
be
staat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid, vrede en vreug-
de door heilige geest. Bovenvermeld vers spreekt niet van een combi
van geestelijke en materiële zegen.

‘Nee, zo te zien alleen van geestelijke zegen. Maar er staat bij: te mid-
den van de hemelingen.’

Dat is ook het punt waarom er alleen geestelijke zegeningen genoemd
worden. Die zegeningen zijn hemels, te midden van de hemelingen en
dus niet op aarde. Dit vers werd geschreven nadat Paulus in Handelin-
gen 28 de deur naar het koninkrijk had gesloten door het citeren van
Jesaja 6 in verband met de weerspannigheid van de Joden. Zij hadden
tijdens de periode die Handelingen beschrijft, gezondigd tegen de
heilige geest. Zij hadden het aanbod van het koninkrijk door de heilige
geest afgeslagen. Nu was er geen vergeving meer in deze eon en in
de komende eon mogelijk, zoals de Heer in Mattheüs 12:31,32 gezegd
had.

‘Dus Israël is verblind en opzij gezet?’

De natie Israël zal in de dagen van het komende gericht (grote verdruk-
king) door een diep dal gaan; alleen de overwinnaars (zie Openbaring
2 en 3) zullen het Messiaanse koninkrijk binnengaan. De andere groep,
het lichaam van Christus, ontvangt zegeningen als gevolg van Israëls
verblinding. In tegenstelling tot Israël gaan de gelovigen uit de natiën
door de deur van het geloof  naar binnen. Niet zoals Israël, dat door
bekering, werken en waterdoop ingaat in het koninkrijk. Geloof is dan
ook het principe dat overeenstemt met genade.