‘We gaan het geheimenis van de Efezebrief ontdekken?’
Het is van belang, want het onthult waar het in deze om gaat bij het
lichaam van Christus, dat in Gods plan een uitermate belangrijk instru-
ment is. Dit lichaam wordt geroepen, en daar heeft het beheer van het
geheimenis alles mee te maken.
Efeziërs is een algemene rondzendbrief, want in 1:1 staat eigenlijk in
de grondtekst niet ‘in Efeze’. Het is een brief, geadresseerd aan ‘heiligen,
die ook gelovigen zijn in Christus Jezus.’ En de apostel noemt zich in 1:1
‘apostel van Christus Jezus’. Dit gebruik van de titel en de naam in deze
volgorde (Christus Jezus) is niet toevallig een literaire variant. Het wijst
op de verhoogde positie van Hem aan Gods rechter(hand) ná Zijn ver-
werping op aarde.
‘Dit is dus anders dan de andere apostelen, die zeggen: Jezus Christus.’
Het is het verschil in werkgebied, zou je kunnen zeggen. Jezus Christus
wijst op Zijn wandel in vernedering op aarde, dus met Israël verbonden.
Christus Jezus wijst op Zijn verhoogde positie en werkgebied te midden
van de hemelingen, boven, los van de aarde. Daarmee was Paulus ver-
bonden. De naam Paulus ontving hij van God ná zijn afzondering in An-
tiochië in Syrië. Een Griekse naam, ook een teken dat het ging om een
unieke boodschap voor de natiën. Petrus en de twaalf op aarde vooral
voor Israël, Paulus, te midden van de hemelingen, voor de uitgeroepen
gemeente uit alle natiën.
‘Wie zijn dan de heiligen in 1:1 van Efeziërs?’
Dat is een specifieke groep. Allen die in contact met God zijn, wanneer
dan ook, zijn heiligen, apart gezette mensen. In de eerste plaats gaat het
om gelovigen uit Israël. Maar er wordt iets bij gezegd: ‘die ook gelovigen
zijn in Christus Jezus’. Het betreft dus een speciale groep heiligen die de
boodschap van Paulus gevolgd waren. Later blijkt in 1:13,14 dat ook de
gelovigen uit de natiën daarbij horen, en dat zijn ook heiligen! Zij zijn al-
lemaal verzegeld in Christus met de geest van de belofte, de heilige!