‘Wat je gisteren zei, kan ik alleen maar beamen, de praktijk
blijkt vaak zo weerbarstig te zijn. Je weet het wel, en toch ga
je regelmatig onderuit en ben je zelf ook weleens afgunstig.’

Hoe komt dat dan?

‘Je wilt bijvoorbeeld op je werk graag toch die plek van een ander hebben,
omdat die het makkelijker lijkt te hebben.
Dat is me meerdere keren overkomen.’

Waar zou dat aan liggen, denk je?

‘Misschien omdat je je eigen plaats niet leuk vindt. Als je er zo over
nadenkt, bedenk ik me dat God mij die taak daar gegeven heeft.
In feite die ander zijn plaats willen innemen, betekent: niet helemaal
accepteren dat God de plaats aan mij geeft waar ik nu zit.’

Dat is zo ja, neemt niet weg, dat je best eens van baan of plaats kan
veranderen, dat is normaal je gezonde verstand gebruiken. Het wordt
anders als je uit afgunst met je ellebogen de ander wegwerkt.

Zo werkt het overigens ook in het lichaam van Christus.

Het zal je gedacht zijn wat er allemaal fout kan gaan door onderlinge
afgunst en jaloezie, óók onder gelovigen. Als iemand uit afgunst
vervelend tegen je doet, wordt het moeilijk, maar de weg van het
evangelie is: genade schenken, zoals God…….