‘In feite heel eenvoudig dus. Alle brieven van Paulus voor ons en de
 rest van de Schrift in de eerste plaats voor de Besnijdenis.’
We zien in het eerste gedeelte van Efeziërs 1 dat Paulus ‘wij’ noemt.
 Vanaf vers 13 ineens ‘jullie’: in Hem ook zijn jullie. Dan komen de ge-
 lovigen uit de natiën in beeld. Met het ‘wij’ doelt de apostel op zich-
 zelf en de andere gelovigen uit de Besnijdenis die hem navolgden.
 Nu blijkt, dat zij een eenheid vormen met de gelovigen uit de natiën
 en dat zij allemaal op gelijk niveau gezegend zijn met iedere geeste-
lijke zegen te midden van de hemelingen, in Christus. Zo klinkt het
 volstrekt nieuw in Efeziërs.
‘Paulus geeft nadere toelichting in hoofdstuk 2?’
Dat hopen wij nog te zien, als de Heer nog tijd geeft. Want de bazuin
 kan elke dag klinken. In het vers waar we inmiddels zijn gekomen,
 spreekt Paulus over het jullie aangaande geloof(sgoed) in de Heer
 Jezus en dat voor al de heiligen. Het gaat om wat hij bekend maakt
 in deze brief. Het geloof(sgoed) van Israël behoort tot het land,
 zij hebben een lot(s)deel op aarde in het land. De gelovigen van het
 lichaam van Christus, ongeacht uit welk volk zij komen, hebben een
 geloof(sgoed) boven. Een lot(s)deel te midden van de hemelingen
 in de hemelen!
‘En mede daarvoor houdt Paulus niet op te danken?’
Dat is zó geweldig en zó bijzonder, dat hij vol dank is voor wat de
 Vader van de heerlijkheid het lichaam van Christus geeft. En Hij
 bidt tegelijkertijd, dat de God van onze Heer Jezus Christus, de
Vader van de heerlijkheid, jullie zou geven een geest van wijs-
heid en onthulling in erkenning van Hem (vers 17). Dit is weer
 uniek, zo’n zin tref je nergens anders in de Schrift aan. Hij noemt
 God de God van onze Heer Jezus Christus. Onze Heer kent God
 als Vader boven zich. Niks drie-eenheid! God is de God én Vader
 van Hem. Er is één God! En hier is Hij: de Vader van de heerlijk-
heid, zo wordt Hij nergens anders genoemd. We zien dat het
 woordgebruik van de apostel in Efeziërs op eenzame hoogte is
 gekomen. Dat zegt iets over de unieke plaats die de leden van
 het lichaam van Christus hebben in Hem!