‘Er is dus een wandel, maar die heeft Hij tevoren gereedgemaakt?’

Wij zijn Zijn maaksel. Gisteren zagen we, dat het alles Zijn werk is in
en aan ons. De goede werken, daarin zouden wij wandelen. Als we kij-
ken naar het tekstverband van Efeziërs 2:1-10, dan wijst dat op onze
toekomst boven. Wij zullen de overstromende rijkdom van Zijn genade
tonen aan de hemelingen. Wij worden geschapen in Christus Jezus en
dat wijst naar de nieuwe schepping. Daar zullen wij wandelen in de
goede werken, die Hij tevoren gereedmaakte!

‘Enorm. Wat een heerlijkheid!’

We zijn gericht op deze geestelijke waarheden, die verder nergens in
de Schrift onthuld werden. Wanneer wij de andere Schriften bestude-
ren, is dat om Zijn wegen met Israël en de volkeren te leren kennen.
Zijn wijsheid met hen vervult ons met diepe vreugde, als wij zien hoe
Hij het tot eer van Zijn naam uitwerkt. Zijn Zoon is de grote Uitvoerder
van het grote werk dat God zich voornam in Zijn plan van eonen.
Wij zijn daarin nauw met Christus Jezus verbonden.

‘Dat zijn de ware goede werken die hier in vers 10 bedoeld worden?’

Jawel. Het is werkelijk onzinnig, te denken dat het hier om het vol-
brengen van de Thora (de wet van Mozes) zou gaan. Dat doet geen
recht aan het tekstverband. Daarmee leg je niet uit, maar leg je je
eigen gedachten in de tekst! Dat is wat!
Voor zover wij nu goede werken doen, is het dat wat God op onze
weg brengt om te doen tot opbouw van het lichaam van Christus en
tot eer van Hem.