‘We zijn –met het kruis- volop bezig met evangelie!’

Toen Christus stierf, stierven met Hem alle nakomelingen van Adam
en 
Eva. Zij/wij werden allemaal met Hem meebegrepen in Zijn dood.
Dat 
wij met Hem stierven, is natuurlijk figuurlijk gesproken. Wij waren
er
niet bij, op Golgotha. Maar een stijlfiguur (beeldspraak) in Gods
woord 
brengt wel degelijk een werkelijke waarheid naar voren! God
rekende 
met Zijn eigen Zoon heel die oude mensheid mee. Dat was een
van de 
diepste redenen waarom Christus Jezus mens werd.

‘Hij stierf in plaats van ons? Plaatsvervangend?’

Nee. Dat zou namelijk betekenen, dat als heel de mensheid zelf zou
sterven, zij daarmee zelf hun verlossing tot stand zouden kunnen
brengen. Maar de werkelijke verlossing kon alleen plaatsvinden door-
dat de Zoon zelf mens werd en zo als de Zondeloze de zonde van de wereld
ten behoeve van of voor de mensheid –en heel de schepping-  zou dragen
en daarmee wegdoen. Het was niet plaatsvervangend.

God rekent inclusief.

Dat heeft te maken met iets anders dat in Kolossenzen gezegd wordt.

‘Even kijken, waar doel je nu op?’

Op Kolossenzen 1. Daar staat, dat Hij, de Zoon van Gods liefde, de Eerst-
geborene van heel de schepping
is (1:15). Dat zou onze aandacht hebben.

Die relatie van Eerstgeborene ten opzichte van heel de schepping wordt
daarna uitgewerkt in wat we lezen: in, door, naarbinnen en voor.
Hier 
gaat het om diverse kanten van Zijn relatie tot de schepping, even
afgezien 
van zonde of zondoffer. Het heelal is niet alleen Gods universum.
Het is 
een schepping die in, door en tot Hém, Christus, geschapen is!