‘In die brief aan de Galaten komt het kruis regelmatig voor. Dat is wel
opvallend, als het gaat om wet of genade. Dat maakt het grote verschil?’

Paulus schrijft in Galaten 5:11 over de aanstoot van het kruis. En reken
maar, dat dat zo is. Religieuze mensen, dat zijn mensen die graag iets
willen doen als verdienste voor God, nemen aanstoot aan het kruis.

Het kruis betekent namelijk het absolute einde van de eigen werken van
de mens. De apostel noemt daar de besnijdenis. Judaïsten wilden onder
andere de besnijdenis invoeren en daarmee de wet. Dit kun je toepassen
op alle dingen waaruit blijkt, dat men eigen werken, rituelen, manieren,
of wat dan ook gaat verlangen van andere(n).

‘Dat is dus de uitwerking van het kruis?’

Onder andere ja. Misschien negatief gesteld, maar Paulus heeft het over
de aanstoot van het kruis. Mensen nemen er aanstoot aan.

‘Hoe kun je dat positief zien dan?’

Het draait in de hele brief aan de Galaten, trouwens in alle brieven van
Paulus, om Gods genade! Het gaat om Zijn kracht, Zijn liefde, Zijn leven.
Dat werkt in ons als gelovigen. Daarmee ook de gezindheid van Christus.

Het gaat erom elkaar genade te schenken, de ruimte te geven, te verdragen,
zonder dat de ander erom vraagt. Een grondhouding.

‘Nou ga daar maar aan staan! Dat wordt moeilijk hoor.’

Paulus zegt het, kijkend naar God. Zo spreekt hij steeds. Zoals God in Christus
jullie genade schenkt, jullie ook zo elkaar. Stel je voor dat God dat niet zou doen.
Dan zou je geen leven hebben. Als gelovigen dat niet doen, heb je ook geen leven
als je elkaar ontmoet en met elkaar optrekt.

Wat kunnen wij dankbaar zijn, dat God ons zo behandelt!