‘Is er altijd vrede in het lichaam van Christus?’

Hij, Christus Jezus, is onze vrede. Hij maakt de twee groepen tot eenheid, dat
heeft Hij al door het kruis bewerkt. Het gaat erom, dat de leden dat door krijgen,
dat zij met het hart begrijpen wat HIj heeft gedaan. En dan kunnen zij beginnen
die vrede ook uit te leven. Dat staat toch in Efeziers 4:1-3.
Het gaat om de eenheid van de geest. Die geest leidt de gelovigen ertoe, echt en
werkelijk die eenheid te bewaren met de band van de vrede.

‘Dat is dan wel de door Vader bewerkte vrede door Zijn Zoon.’

Nu is het gezamenlijk-lichaam (Efeziers 3:6) een eenheid. Bestaat uit twee die
een zijn geworden. De vijandschap in dat lichaam bestaat niet langer, want die
is aan het kruis gedood. Dit is dus een van die uitwerkingen van het kruis.
Wederzijdse verzoening staat nooit los van het kruis, maar is te allen tijde er
nauw mee verbonden.
Sterker nog: uit Zijn werk aan het kruis voortgekomen.

‘Maar die vijandschap, hoe zit dat precies? Waar zat dat dan in?’

Het vlees. Het was de vijandschap in Zijn vlees, die gedood werd aan het kruis.
Het menselijke vlees werd in feite voor Gods aangezicht weggedaan daar op
Golgotha. Met Christus stierf heel die oude mensheid. En daarmee werd ook
de grondslag en basis voor elke verdeeldheid weggedaan. Verdeeldheid, strijd,
afgunst, eer, trots; het zit allemaal in dat vlees van de oude mens. En dat alle
steekt toch nogal eens de kop op onder gelovigen.We zouden rekenen met de
nieuwe situatie en de nieuwe mens aandoen!