‘We hebben stof om over na te denken in Kolossenzen 1.’

Ja, als wij bidden om vervulling met de erkenning van Zijn wil –en Hem dus niet
vragen te doen wat wij willen of wensen- zullen we gaan zien, dat het kruis een
verstrekkende betekenis heeft. De wederzijdse verzoening zal uiteindelijk allen
omvatten. Dat veel gelovigen dat niet erkennen komt omdat er weinig oprecht
gebed is om met Gods wil bekend te raken en die echt te erkennen.

‘Als je dat gebed leest in Kolossenzen 1:9-11, dan draait het daar om.’

En Gods wil is óók, dat Hij ons bergt uit de volmacht van de duisternis en overzet
in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Twee keer wordt het als een feit ge-
schreven (de aorist in het Grieks). In de geest is dat al een feit. In onze dagelijkse
ervaring is het een steeds doorgaand proces. Daarom is het gebed, dat wij eerst
vervuld worden met de erkenning van Zijn wil. Naarmate wij die wil van God meer
erkennen, neemt ook de kracht in ons toe tot een waardige wandel.

‘Ja zo is dat gedeelte ook logisch opgebouwd.’

En als we toenemen in de kracht tot een waardige wandel, dan zal dat geheel
ons brengen tot verdere erkenning van God. We gaan steeds meer accepteren
hoe Hij het doet in ons leven. En dat alleen Hij de kracht geeft tot een waardige
wandel. Uiteindelijk gaat het erom, dat wij groeien in de erkenning van God.
Maar, Gods wil draait niet alleen om ons, dat wij ook in de praktijk meer wande-
len in het bewuste besef, dat wij behoren bij het nog verborgen koninkrijk van de
Zoon van Zijn liefde. Het gaat er bij Vader om, dat er allereerst zo’n koninrkijk is!