‘Die barmhartigheid van God he, ik raak daar maar niet op uitgekeken.’

Het wonderlijke is, dat de weerspannigheid en koppigheid van de mensen en
hemelingen Hem niet kan stoppen. God ís liefde en dat is Bron van al Zijn hande-
len. Hij kan het er niet bij laten zitten, dat Zijn schepselen weerspannig zijn. Het
gericht of de gerichten die Hij inzet, zijn nooit eeuwig, maar altijd tijdelijk en
tot correctie. Vader beoogt het herstel van Zijn schepselen.

‘De weerspannigheid kan Zijn gerichten niet weerstaan?’

Wanneer God ingrijpt door gerichten en genade, leidt dat altijd tot uiteindelijk
herstel van degenen die Hij liefheeft. En later zal blijken, dat niemand buiten
Zijn liefde kan vallen. Net zoals de herder het 100e schaap opzoekt om de kudde
compleet te maken, zo zoekt Vader degenen op die onderweg verloren waren.
Daarom kwam de Zoon van Adam, Jezus Christus, om te zoeken én te redden
wat verloren was. Als Hij als erfgenaam van de troon van Adam het verlorene
zoekt, dan is dat heel de mensheid.

‘Hij is het Hoofd van de familie en verlost de hele familie?’

Daarom was het onderricht over de goël, de losser, opgenomen in de Thora.
Dat verwijst profetisch en typologisch naar de grote Verlosser en Goël: de
Heer Christus Jezus, die op aarde kwam met een missie. En die zal slagen ook!
Hij zal uiteindelijk alle tranen van de ogen wissen. Eens zal het verdriet dat
er is omgezet worden in blijdschap wanneer de tweede dood buiten werking
gesteld is en allen in Christus levendgemaakt blijken te zijn!