‘Vader heeft het alles in Zijn hand.’

We hebben vaak nog een te klein idee van hoe Hij is. In Zijn
hand zijn wij geborgen. Hij zorgt voor ons, voor Zijn schepping.
Hij zag om naar Zijn volk, toen dat verdrukt werd in Egypte.
Hij verloste met machtige hand en zette tegelijk de afgoden
van Egypte te kijk. Inclusief Farao zelf, die als een god vereerd
werd in die tijd.

‘Ja en Romeinen 9 spreekt daar ook over.’

Een hoofdstuk dat helaas niet vaak genoeg gelezen wordt.
De kwestie Israël is aan de orde, en dat bezorgt de apostel
voortdurend hartzeer. Het gaat daar om de soevereiniteit van
God. Het gedeelte staat als het ware in spiegelbeeld met het
laatste gedeelte van Romeinen 8, dat óók gaat over diezelfde
soevereiniteit, maar dan individueel, de mens alleen.
Romeinen 9 gaat het om een volk, Israël.

‘We hebben het over de unieke regering van God.’

Ja, God (de Plaatser) heeft alle touwtjes in handen. Hij heeft
alles tevoren bepaald. Dat zie je voor de geboorte van Jakob
en Esau. Toen zei IEUE tegen Rebekka, dat de grotere de min-
dere zou dienen. En Romeinen 9 voegt er nog aan toe, dat het
was toen zij niets goeds of kwaads hadden gedaan. Toen was
hun loopbaan al vastgelegd.

‘Geen aanleiding in een van hen die Gods keuze bepaalde.’

De tekst zegt ons daarover dit:

opdat het voornemen van God, dat overeenkomstig de verkiezing
is, stand zou houden, niet uit de werken, maar uit Hem Die roept –

God kiest uit, en dat is het dan. Jakob is de grotere in de praktijk,
terwijl Esau de eerstgeborene was en recht had op de grote zegen,
kwam dat toch bij Jakob. Zoals voorzegd voor hun geboorte. Dan
hangt het alles van God af, Hij bewerkt het ook. Maar ook het ver-
harden in het geval van de Farao!