‘Ja, Gods wil, daar gaat het om.’
Die is op de lange duur niet te weerstaan. Gods verborgen bedoe-
ling of raad werkt in dienst van Zijn wil. Hij wilde, dat het volk Israël
uit Egypte weg zou trekken. Farao wilde dat niet, en werkte tegen
God in. Niettemin werkte God intussen Zijn verborgen bedoeling
uit, doordat Hij Farao’s hart verhardde.
‘Hij heeft alle touwtjes in handen.’
Hij werkte ook in het hart van Mozes, zodat deze standvastig bleef,
als ziende de Onzienlijke. Hij wilde God dienen en als tachtigjarige
leidde hij het volk onder de instructies van IEUE (Ik ben). Die wil om
God te dienen als leider van het volk, die werd door Vader bewerkt.
Dat is niet gemakkelijk voor ons mensen, maar het eert God.
‘Hij doet wat Hij beloofde.’
Hij zei tevoren wat Hij ging doen. Voor Mozes en het volk een hele
weg. Steeds weer een plaag en een Farao, die zich verhardde en te-
gen Gods wil in ging. Niettemin kreeg Mozes kracht en was Aäron
zijn mond. Uiteindelijk gebeurde tóch wat God wilde: het volk moest
gaan. Maar nu werd IEUE enorm verheerlijkt, doordat de machtige
legers van Egypte verslagen werden in en door het water, dat ook
toen een uitbeelding van het woord van God was!