‘Heerlijk, dat God alles in Zijn hand heeft.’

Ja ook 2000 jaar geleden, toen Hij stierf en opstond. Het was
Gods liefde die daar bezig was. Zijn geliefde Zoon niet te spa-
ren. Mensen vragen zich dan weleens af, waar God was, toen.
Had Hij niet kunnen ingrijpen? Had Hij niet…. Allemaal vragen,
maar het antwoord geeft Petrus op de pinksterdag, onder an-
dere, namelijk dat de Zoon naar de bepaalde raad en voorken-
nis van God overgeleverd en gekruisigd werd.

‘Het was natuurlijk geen verrassing voor God.’

God maakte Hem én tot Heer én tot Christus (Messias), dat is
wat Petrus daar zegt (Handelingen 2:36). En hij zegt dat tegen
heel het huis van Israël: deze Jezus, die jullie kruisigden.
Duidelijker identificatie kan niet. Hij was het, Jezus van Naza-
reth, eigenlijk: van Bethlehem, die zij kruisigden. Letterlijk ge-
beurde het door de handen van de Romeinen. Maar de woor-
den van Petrus zijn duidelijk.

‘Het was door God zo bepaald.’

Het kostbare bloed van Christus, Hij als het vlekkeloze Lam,
was tevoren gekend, vóór de nederwerping van de wereld
(1 Petrus 1:19,20). Dat is iets. Nog voordat de zonde in het
universum kwam, nog voordat de tegenstander geschapen
werd. Dat wekt verwondering. Het grote plan van God, daar-
in gaat niets mis. Had Hij kunnen ingrijpen? Toen, op Golgo-
tha? Ja, natuurlijk wel. Maar het gebeurde niet. Zijn liefde!