‘En als je dat zevende vers van Efeziërs 1 leest, kom je het woord ‘verlossing’ (NBG)
en ‘verlost’ (NBV)tegen; maar in de concordante versie staat toch iets anders?

Daar staat ‘vrijkoping’; en dat is scherper op het Grieks. Het bloed van Christus,
dat wijst op het leven wat Hij gaf en Zijn lijden aan het kruis, daardoor zijn wij
vrijgekocht. Als je dieper in de Schrift kijkt, blijkt dat vrijkoping gebeurt door
bloed en door macht.
Dit wordt in de geschiedenis van Israël prachtig geïllustreerd door het bloed,
dat aan de deurposten gestreken werd én de doortocht door de Rode Zee (macht).

‘Dat is mooi zeg. En wanneer is voor ons dan die vrijkoping door macht?’

Paulus schrijft in Romeinen 8:23, dat wij wachten op het zoonschap (de plaats van
zoon), de vrijkoping van ons lichaam. Dat beschrijft Paulus in 1 Corinthiërs 15 in
het geheimenis van de verandering van ons lichaam. Dat wordt een heel bijzonder
moment, je weet wel, de wegrukking van het lichaam van Christus, waar Paulus het
over heeft in 1 Thessalonicenzen 4:15-18.
Van een aards, stervend lichaam, verandert God het in een hemels, onsterfelijk
lichaam, dat een enorme uitstraling van licht zal hebben.

‘Zo is dus die dubbele vrijkoping niet alleen voor Israël, maar op een andere manier
ook voor de gemeente. Apart allemaal. Een bijzondere toekomst.’

Het geweldige is, dat wij die vrijkoping door Zijn bloed in de Geliefde hebben, want
hij schrijft: in Hem hebben wij de vrijkoping door Zijn bloed. Dat maakt het
nóg meer door de liefde van God.

‘Het blijft allemaal geweldig, het is overstromend veel, die genade en liefde van God.’