‘Heel groots, Zijn genade die Hij zomaar aan ons geeft, zonder dat wij er ooit
iets voor hebben kunnen doen. Zelfs hoeven we geen vergeving te vragen
voor de dingen die we nog dagelijks fout doen.’

Ja, Paulus gaat maar door in dat Efeziërs 1, en werkelijk blijde boodschap, die
je nooit genoeg kan horen, het gaat je hart in bezit nemen als je ernaar blijft
luisteren en dan gaat je hart zingen van Zijn rijkdom!

‘Nou en of! Dat geheimenis van Zijn wil, dat zal zeker weer iets bijzonders be-
kenen? Of niet soms?’

Het is niet alleen Zijn wil; die was aan Israël bekendgemaakt. Christus Jezus
zal over de hele aarde, alle volkeren, regeren en daarbij is Israël Zijn instrument.
Het gaat hier om het geheimenis van Zijn wil. Dat heeft te maken met de
hemelse bediening van de gemeente, die Zijn lichaam is. In de hemelen zal Hij
ook regeren, samen met Zijn lichaam. Dit hemelse aspect heeft alles te maken
met het geheimenis van Zijn wil.

‘Wat is het ongelooflijk, dat Hij dat aan ons bekendmaakt. Waar hebben wij dat
nu aan te danken? Zulke besteriken waren we toch niet?’

Opnieuw: het is de rijkdom van Zijn genade, dat Hij dit nu al aan ons bekend-
maakt, én dat wij kennelijk bij die bijzondere groep mogen horen.

‘Je raakt er maar niet over uitgedacht he, deze dingen. Onvoorstelbaar.’

Paulus maakt bekend, dat God het al, in de hemelen én op de aarde onder dat
ene hoofd, Christus gaat brengen. Dat was nog nooit zo bekendgemaakt aan
de mensen voordat hij Efeziërs schreef. De Vader heeft hem dat gegeven.
Dat jij en vele anderen daar bij horen en het nu al zo horen, is
onbeschrijflijk veel genade.

‘Maar veel gelovigen weten deze dingen toch niet zo. Zij denken wel dat zij ooit
naar de hemel gaan. Maar dit alles uit Efeziërs 1 beseffen zij niet.’

Dat maakt de genade des te groter, dat wij daar wel iets van mogen begrijpen!