12 maart 2017
‘God geeft erg veel.’

We zagen gisteren, hoe twee lijnen in
de Schrift te zien zijn. De gevolgen van
de dood en opstanding van Christus zijn
groot. Hoe verstrekkend ze zijn, lees je
in de brieven van Paulus. Heel duidelijk
wordt aangegeven, dat de zegen, die er
van uitgaat, alle mensen bereikt.

‘Niet bij Petrus, Johannes en Jakobus.’

In het evangelie van genade zien we de
menselijke prestaties geen rol spelen:

degene die niet werkt, maar gelooft in
Hem, Die de goddeloze rechtvaardigt,
wordt zijn geloof gerekend tot recht-
vaardigheid
                       Romeinen 4:5

Nadat de redding bewust is geworden:

want God is het, die in jullie zowel het
willen als het werken bewerkt, naar Zijn
welbehagen
                                     Filippenzen 2:13

‘Niets van de mens.’

Zo gezien is de redding van de mens tot
en met zijn overlijden 100% uit God en
door Hem gewerkt. Alle eer is voor God,
onze Vader. De mens is Gods instrument

om anderen te bereiken. De hemelsen
kijken naar de mensheid, zij verwonde-
ren zich over wat God daarin uitwerkt.
In een latere fase blijkt dat een deel van
die mensheid zelfs een speciale roeping
heeft om de hemelse machten, krachten,
tronen, et cetera, tot onderschikking aan
de Zoon van God te brengen.