5 oktober 2017
‘Hij daalde af.’
Dat wordt op vele plaatsen getuigd, niet
alleen in Johannes (3:12,13; 6:33,38 etc.),
maar ook bij Paulus (1 Corinthiërs 15:47;
Efeziërs 4:8-10). Dat wil zeggen, samen
met andere Schriftplaatsen, dat Hij heer-
lijkheid verliet (Johannes 17:5). Hij werd
Mens, en was Ik ben vóór Abraham.
‘Hij was in de vorm van God.’
Ook dat hebben we in de studies 22
en 23 van Filippenzen uitvoerig gezien.
We zijn nog lang niet klaar met het ver-
kennen van Schriftgegevens over de ui-
terst belangwekkende achtergrond van
de woorden van Filippenzen 2:5-11.
‘De Vader en de Zoon.’
Geweldig, als je dat overweegt met je
hart aan de hand van de Schrift. Alleen
al het feit, dat zo wordt gesproken in
de Schrift moet voor ons al voldoende
zijn. De Vader is altijd boven de Zoon.
De Zoon toont te allen tijde de Vader.