5 november 2017
‘Te moeilijk, Romeinen 9?’

Niet wanneer je erkent (gelooft), dat
God van begin tot eind in Zijn plan
geen fouten maakt. In Romeinen 9:17
lees je Gods kracht tegenover die van
een wereldleider, Farao:

want de Schrift zegt tegen de Farao:
juist hiertoe heb Ik jou verwekt: dat
Ik in jou Mijn kracht zou tonen, en dat
Mijn naam verkondigd zou worden
over heel de aarde
      

‘Dat is duidelijk getoond, ja.’

In het verband daarmee, de verheer-
lijking van Gods naam, klinkt:

dus Hij ontfermt Zich over wie Hij wil
en Hij verhardt wie Hij wil
         9:18

Wanneer het nodig is in Zijn plan; wat
tot verheerlijking van Zijn naam leidt,
verhardt Hij én ontfermt Hij Zich.

‘God is waarachtig. De mens niet.’

Farao’s hart werd door God verhard.
Zo kon Farao tegen de wil van God
in
gaan. God zei: laat Mijn volk gaan.
Farao zei: nee. Dat kon niet anders,
want God verhardde zijn hart. Farao
wist dat niet, maar had wel gehoord
wat Mozes in Exodus 9:14-16 tegen
hem zei: Gods bedoeling met wat in
Egypte gebeurde om het volk uit
te
laten trekken.