12 november 2017
‘Fijn, dat Vader meegaat.’
Hij is altijd dicht nabij, en weet wat in
 ons omgaat. Hij kent je. De diepste o-
 verwegingen in de ziel, maar ook in je
 geest, Hij is volkomen op de hoogte.
 Zonder je te veroordelen, vanzelfspre-
 kend. De geredden in genade (Efeziërs
 2:5,8) zijn al van vóór de neerwerping 
 van de wereld (Efeziërs 1:4) in Christus.
‘Helemaal in Hem geborgen.’
De liefde van de Vader zelf omringt je
 volledig. Je kunt daar nooit buiten val-
 len. Hij geeft wat we nodig hebben, 
 ook zonder dat je erom vraagt. Niette-
 min is het fijn om met Vader te spreken
 wanneer je thuis bent. Of wanneer je
 onderweg, op reis bent. Of als je Hem
 aanroept in de nacht.
‘Vader heeft de zonen lief.’
Bij de zonen zijn naar de Schrift de 
 dochters inbegrepen. Hij voorziet in al
 onze behoeften in overeenstemming
 met Zijn rijkdom. In heerlijkheid en in
 Christus Jezus. Wat willen we dan nog
 meer dan dit? Het heerlijke zekere van
 het evangelie van genade. Dan is het 
 volkomen vast. Het hangt niet van ons,
 maar van Hem af, Die ons liefheeft.