29 maart 2018
‘We zijn gezegend.’
Rijkdom, geestelijk gezien. Dat is het
ware, want aardse rijkdom is het niet.
Wanneer we voedsel, kleding en on-
derdak hebben, is het genoeg. Paulus
geeft dat in 1 Timotheüs 6:7,8. Onder-
dak vermeldt hij daar niet eens, want
hij was zelf vaak op reis en had geen
vaste verblijplaats. Wij zijn eraan ge-
wend dat wel te hebben. Extra luxe.
‘We zijn snel ontevreden.’
Als we ‘eisen stellen’ boven dat strikt
noodzakelijke is dat beschamend. Het
is godsvrucht met tevredenheid, dát is
een groot kapitaal. We hebben niets in
de wereld gebracht toen we geboren
werden; we kunnen ook niets uit mee-
nemen als we overlijden: 1 Timotheüs
6:7 en Psalm 49:17,18 zijn duidelijk.
Ware rijkdom is geestelijk, in het evan-
gelie van Paulus te vinden.
‘Uitzicht dat niet verveelt.’
Nee, daar raak je nooit op uitgekeken.
We hebben geen enkele garantie voor
dit leven, hier en nu. Wat wel vastligt
en zeker is, is de toekomst die God ons
geeft te midden van de hemelsen. We
vertellen daar aan de hemelingen ons
genade-verhaal. Wat God deed en doet
en brengen hen tot onderschikking; via
de gemeente is Gods methode daar.