24 april 2018
‘Ogen van het hart.’
Het hart ziet vaak wat het oog mist.
Paulus gebruikt de beeldspraak in de
verzen van Efeziërs 1:
verlicht zijnde de ogen van jullie hart
Efeziërs 1:17,18 lezen we, net als in
2 Corinthiërs 4:6 van licht in het hart.
Het opvallende in 2 Corinthiërs 4 is,
dat God in onze harten schijnt (want
God is licht) met een speciale bedoe-
ling. Dat is: tot (letterlijk: naartoe) de
verlichting van de kennis van de heer-
lijkheid van de God in het aangezicht
van Jezus Christus.
‘God deed het licht aan.’
En dan ga je zien wie God is in, door
Zijn geliefde Zoon. Bij de Corinthiërs
was de tegenwerker nogal bezig, en
we lezen in 2 Corinthiërs 4:2 van dat
sjoemelen of versjacheren wat gister
aan de orde kwam:
integendeel, wij verwerpen schande-
lijke verborgenheden en wandelen
niet in list, noch versjacheren wij het
woord van God; maar door manifes-
tatie van de waarheid bevelen we
onszelf aan ntbij het geweten van elk
mens voor Gods aangezicht
Kijk, met waarheid komt ook licht.
Ze gaan hand in hand.
‘Kennis van de waarheid.’
Dat is heel belangrijk. Daardoor ga je
zien hoe het zit. De tegenwerker is er-
op uit dat te verhinderen door men-
sen te manipuleren. Zoals de slang in-
dertijd Eva misleidde, is de tactiek al-
tijd dezelfde: Gods uitspraken ter dis-
cussie stellen en verdraaien.
Mensen gaan de waarheid beseffen
vanaf het moment dat God oog en
hart ervoor opent.