3 mei 2018
‘Lastig om bij genade te blijven.’
Daarom voeden we ons steeds weer
met de woorden van het geloof en het
uitstekende onderricht. Gelovigen we-
ten waar dat te vinden is. Want de ge-
nade van God is verschenen: redding
voor alle mensen. (Titus 2:12) Deze di-
sciplineert (voedt op). Niet door mid-
del van straf, maar door bemoediging.
‘We staan in vrijheid.’
Waar de geest van de Heer is, is vrij-
heid. Geen opgelegde regels, religie is
dan niet aan de orde. Zijn geest werkt
ook het genade schenken onder gelovi-
gen. Zodat zij elkaar vrij laten en niet
betuttelend optreden. Geest van God
werkt door het woord. En leidt ons in
gedrag dat tot Zijn eer is.
‘Geen dwang, je wil het.’
Van binnenuit werkt Zijn liefde door
je heen, ook naar de ander. Dan erva-
we als gelovigen de genade. God zet
ons op die plaats waar Hij ons hebben
wil; dan is het goed. Bij de Korintiërs
waren de rustverstoorders binnenge-
drongen; men bracht wet, wetticisme
wat altijd resulteert in strijd, onderling
uit elkaar gedreven worden. Dat komt
direct naar voren waar de genade van
God losgelaten wordt.