1 juli 2018
‘Luther hervormde niet grondig.’
Het was kennelijk nog geen tijd. Ook
dit werd door God bepaald. Eén van
de grote bevrijdingen -voordat Luther
begon- was, dat het Woord bij de men-
sen kwam. Wycliffe’s vertaling in het
Engels was er in de 14e eeuw; voordat
Luther begon in 1517. In Nederland
was in de 15e eeuw een vertaling tot
stand gekomen, de Delftse bijbel (1477).
Die was mede op basis van de Hernse
bijbel van 1361 gemaakt. Deze zijn ech-
ter uit het latijn en niet uit de grondtekst
vertaald.
‘Welke wel uit de grondtekst?’
Je had eerst nog de Van Liesvelt bijbel
(1526-1542), de Deux Aes bijbel (1561-
1568); die zijn weer op de Duitse verta-
ling van Luther gebaseerd. Er was dus
al wel het nodige gedaan op vertaalge-
bied; en groepen als de lollarden in En-
geland, voorlopers van de reformatie,
legden al iets van de waarheid op tafel.
Het woord van God moest bereikbaar
worden voor ‘de leek’, die geen latijn,
Hebreeuws en/of Grieks kende. Toen
kwam de Statenvertaling 1637-1639,
die wel uit de Hebreeuwse en Griekse
tekst was vertaald. Helaas was de Tex-
tus Receptus, een minder betrouwbare
tekst, hiervoor de basis.
‘De waarheid kwam naar boven.’
De tegenstander wilde dat niet, waar-
schijnlijk duurde het daarom zo lang
voordat Gods woord zuiver door men-
sen in hun eigen taal gelezen kon wor-
den. De King James vertaling was erg
belangrijk in het Engelse taalgebied.
Herziening van deze KJV: de Revised
Standard Version, met vele duizenden
verbeteringen. En zo ging het door.
Ook concordanties op de grondteksten
zijn later gekomen, en de waarheid kon
verder doorbreken!