21 september 2018
‘Veel te zeggen over Hebreeën.’

Het mooiste is een vers-voor-vers be-
handeling van de brief. Dan kunnen
diverse aspecten goed aan de orde ko-
men. In elk geval zeer de moeite van
het lezen waard. Het gaat -uiteraard-
verreweg het meest over Christus, Die
onze grote belangstelling altijd heeft,
als Hoofd het lichaam.

‘Hij de grote Hogepriester.’

Zeer zeker, dat gaat voornamelijk in
eerste instantie Israël aan. Over dat
volk hebben we het vanavond in de
bijbelstudie te Soest. Een rijk onder-
werp waarover veel te zeggen is. Zij
nemen een unieke plaats in te mid-
den van de volkeren. Tot op de dag
van vandaag. En dat is nooit anders
geweest en zal in Gods plan van eo-
nen ook niet anders zijn.

‘Zo is het. We bidden voor hen.’

Dat zeker, ja. Het hogepriesterschap
van Christus naar de ordening van
Melchizedek is hoger dan dat van Aä-
ron, omdat Levi in Abraham feitelijk
de tienden aan Melchizedek gaf. Dat
staat in Hebreeën. Toen Abraham de-
ze Melchizedek ontmoette (Genesis
14) was er nog geen sprake van Israël.
Dat volk zat bij wijze van spreken nog
in de lenden van Abraham. Omdat Ab-
raham onderschikkend aan Melchize-
dek was, zal dat -analoog daaraan- in
de nabije toekomst ook zo met Israël
zijn. Onderschikking aan de grote Mel-
chizedek: de Heer Jezus Christus.