20 april 2019
‘Hij werd begraven.’
Dat was overeenkomstig de Schriften
zegt Paulus in 1 Corinthiërs 15:1-3.
En hij benoemt dat als onderdeel van
het evangelie dat hij mocht brengen.
De profeet had daar iets over gezegd:
Hem werd een graf bij de slechten ge-
geven, een rotsholte van de rijke, in
Zijn dood Jesaja 53:9
Dit werd nauwkeurig vervuld; Hij is
begraven in een nieuw graf. Dat was
bezit van de rijke Jozef van Arimatea.
Geen gebrek aan bewijs, het is door
ooggetuigen precies vastgelegd.
‘Hij werd later opgewekt.’
Dat zou op de derde dag gebeuren.
God heeft Zijn ziel niet in het ‘doden-
rijk’ (het onwaarneembare) overgela-
ten. Zijn geliefde Zoon zou geen be-
derf zien, lezen we in Handelingen
2:27, dat een citaat is uit Psalm 16.
De periode dat het verderf zijn werk
kon doen, zou te kort zijn. De vroe-
ge ochtend van de derde dag was
het, dat Hij opgewekt werd door de
Vader. Zo begon voor Hem de stra-
lende ochtend na Zijn dood.
‘Ook wij met Hem begraven.’
Dat betreft onze oude mens, zegt
Romeinen 6:4. Wij zijn gezamenlijk
met Hem begraven door de doop in
de dood. Dat is niet in water, maar in
Zijn dood. Een puur geestelijk gege-
ven. Onze oude mens is voor God in
elk geval dood en begraven, en wij
zouden zo rekenen. Dat is de enor-
me waarde van Zijn werk op Golgo-
tha. Iedere gelovige kan in alle vrij-
heid rekenen zoals God rekent. Wat
een voorrecht dat wij deze waarhe-
den hebben kunnen aanvaarden,
doordat God in ons werkt.