20 juni 2019

‘De heerlijkheid van God.’

Dat klonk op de bijbelstudie van afge-
lopen dinsdag. Wanneer je daarvan 
iets hebt gezien, laat het je nooit los.
Saulus ontmoette de Heer in Zijn gro-
te heerlijkheid, nabij Damascus. Licht
omstraalde hem, hij was er blind van.
Later bidt hij om een geest van wijs-
heid en onthulling in de erkenning van
Hem. En dat is opdat de ogen van ons
hart verlicht worden, zodat wij anders
gaan zien. Je ziet dan iets van de heer-
lijkheid van God.

‘Dat is groots en onvergetelijk.’

Het is enorm, wanneer je dat met je
hart ziet. Het houdt je vast, de liefde
van God is iets, dat nooit zal ophou-
den en uiteindelijk allen zal bereiken.
In diepste zin kent God geen hopeloze
gevallen. In Zijn wegen zal Hij alles en
iedereen terechtbrengen. Door Zijn ge-
liefde Zoon zal Hij ervoor zorgen, dat
allen gaan delen in Zijn heerlijkheid.
Onze Heer zei over Zijn discipelen:

En Ik heb de heerlijkheid aan hen gege-
ven die U Mij gegeven heeft, opdat zij 
één zijn, zoals wij Één zijn, Ik in hen en 
U in Mij, dat zij vervolmaakt worden in
één, en opdat de wereld weet dat U Mij
stuurt en hen liefhebt zoals U Mij lief-
hebt
                         Johannes 17:22,23

‘De discipelen ontvingen veel.’

Zij hebben heerlijkheidontvangen, zo le-
zen we in Johannes 17. Waar heeft dat
dan mee te maken? De Heer gaf aan hen
eonisch leven, leven in de komende tijd-
perken (Johannes 17:2,3). Verder had Hij
aan hen de Naam bekendgemaakt. En
dat niet alleen, Hij had óók de uitspraken
die Hij van Vader ontving, aan Zijn disci-
pelen doorgegeven (Johannes 17:7). Je 
proeft de vreugde van de Heer, wanneer
Hij tegen Vader zegt:

..en zij namen ze (de uitspraken) aan, en
weten waarlijk dat Ik van U kwam en zij 
geloven dat U Mij gezonden hebt

                                          Johannes 17:8

Het was hun geloofdat Jezus waarlijk de
Zoon van God is, dat heerlijkheid in hen 
opleverde, vrucht droeg.