‘Toch steeds nodig, die boodschap van genade te horen. Je vergeet het
in de praktijk zo snel. Dan verval je weer in het menselijke.’

Je ziet in de loop van de geschiedenis steeds bij een frisse, nieuwe
gemeente of gemeentes die ontstaan, dat er na verloop van tijd een
stabilisatie komt. Dat heeft te maken met het al dan niet vasthouden
van de genade in de praktijk.

‘Het zogeheten institutionaliseren bedoel je?’

Zo heet dat met een moeilijk woord. Men gaat in die fase alles vastleggen:
een geloofsbelijdenis, allerlei onderlinge regels, het een naam geven, er
achter een stichting dan wel een vereniging opzetten, het heeft er allemaal
mee te maken.

‘Zo is het gegaan met nogal wat evangelische gemeentes die in de jaren 60/70
van de vorige eeuw zijn ontstaan.’

Het bevordert de groepsvorming, zo van: ‘ik hoor daar of daar bij’. Men zegt
dan niet meer: ‘ik ben een gelovige’, maar ‘ik ben baptist/gereformeerd/
PKN/pinkster/volle evangelie/7e dagsadventist’ en zo voorts. Allemaal be-
namingen van wat ooit misschien vrije groepen waren, maar zich nu ver-
zameld hebben onder wat men als belijdenis gelooft. Daarin is de genade
op de achtergrond geraakt, om het maar voorzichtig te zeggen.

‘Zoals we al eerder hebben gezien, had men Paulus bij zijn leven al
verlaten, en daarmee de genade die hij verkondigde.’

Zo is het gegaan. Aan het einde van zijn leven was hij alleen. Hij had
niet veel broeders meer die heel dicht bij hem stonden. Timotheüs
en Lucas wel. Maar de gemeentes in Asia verlieten hem.
We moeten dus niet vreemd opkijken als gelovigen de boodschap
van Paulus leren kennen en die binnen pakweg 20,30 jaar weer vaarwel
zeggen. Ongelooflijk, maar het gebeurt.

Maar: Gods genade is dezelfde en dat blijft zo!