29 mei 2020  

‘Alles is uit God.’

Je doet er een heel geloofsleven over
om dat echt te aanvaarden. In ons le-
ven kunnen we dat moeilijk, omdat e-
moties, gevoelens, opvoeding, eigen
denken et ecetera verhinderingen zijn.
Je blik wordt erdoor vertroebeld, ter-
wijl bij God, de Vader, alles helder is.
Hij voert Zijn voornemen uit, in over-
eenstemming met de raad van Zijn wil.

‘Dat zijn de diepste redenen.’

Constaterend kun je zeggen, dat veel
gelovigen daar niet aan willen. Zij zijn
geblokkeerd door tradities, zoals het 
spookbeeld van een vrije wil. Dat de 
mens zelfstandig kan beslissen als het
gaat om de eeuwigheid. In Romeinen
9 lees je iets anders. De God Die het
al vermag en een mens die in wezen
niets te vertellen heeft.

‘Dat raakt de trots van de mens.’

Van die eigendunk of waan blijft, in
het licht van Gods woord, niets over.
We zijn gezegend door God, Hij koos
al de gemeenteleden uit. Maar dat is
ook met Israël zo. Door afstamming 
word je in dat volk geboren, of niet. 
Of je als ongelovige via de grote wit-
te troon de route aflegt is óók door
God bepaald. Soli Deo gloria.