‘Moet je Jezus eerst aannemen?’
We denken wat verder na over 
Johannes 1, waar Johannes iets
zegt over wat in Tenach (OT) be- 
kend gemaakt was. Die startte  
met het woord dat Jahweh sprak
en dat zorgde voor schepping en 
licht en leven. Het woord was tot 
de mens, vooral Israël, gekomen.
‘Later kwam Hij.’
De wet en de profeten gingen 
tot op Johannes. Die was groter 
dan de grootste profeet van Te-
nach. Hij zag Jezus en hoe Hij op-
trad te midden van Zijn volk. En
eerst stelt Johannes vast dat Hij 
in de wereld kwam en die kende 
Hem niet (1:10). Hij kwam tot de 
Zijnen, en die aanvaardden Hem 
niet (1:11). En dan de vaak geci-
teerde tekst.
‘Dat je Hem moet aannemen.’
We zitten in het tekstverband in 
verband met acceptatie door het 
volk Israël. Ze namen Hem niet
aan. Slechts enkelen zagen, bele-
den dat Hij de Messias is. Maar 
zij ontvingen Zijn geest niet. Die 
zou pas later komen. Vandaar:
Wie Hem echter aannamen, hun 
heeft Hij volmacht gegeven om 
kinderen van God te worden, aan 
hen die in Zijn Naam geloven
                        Johannes 1:12
Dit werd van Israël gezegd.