‘Het wordt allemaal beter te begrijpen. Toen ik net geloofde was
de bijbel voor mij heel moeilijk te begrijpen en paste ik alles wat
ik las, op mezelf toe. Nu zie ik de verschillende lijnen lopen.’

Daar moet je ook in groeien. Het is veel beter rustig met de Schrift
bezig te blijven, dan wordt alles langzaamaan duidelijker.
Als we over deze dingen nadenken, die met Israël te maken hebben,
gaan we ook het verschil zien met het lichaam van Christus.

Ook voor wat betreft de toekomst spreekt de Schrift van schapen.

‘In het boek Openbaring misschien?’

Mattheüs 25:31-46 spreekt van schapen. Als de zoon des mensen
zal de Heer dan op de troon van zijn heerlijkheid zitten en Hij zal de
natiën voor zich verzamelen. Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de
herder de schapen van de bokken scheidt.

‘Dan gaat het bij de schapen niet om Israël?’

Mattheüs spreekt van volkeren die door schapen voorgesteld worden,
het is een vergelijking. De natiën die Zijn broeders (Israël) hebben op-
gevangen en vertroost in hun verdrukking en lijden, zullen zegen ont-
vangen in het koninkrijk; daarom worden zij ‘schapen’ genoemd.

‘Worden ze dan ‘schapen’ genoemd omdat ze nauw met Israël verbon-
den zijn?’

Dat ligt wel voor de hand. Zulke volkeren hebben het niet nodig om
met een ijzeren roede geherderd te worden (Openbaring 2:27; 12:5).
De andere volkeren, die de broeders van de Heer slecht behandeld
hebben, hebben geen zegen in het koninkrijk en komen in de eonische
afsnijding.

‘O, dan gaat in Mattheüs 25:31-46 niet over het laatste oordeel?’

Nee, de grote witte troon is een heel ander gebeuren. Daar gaat het om
individuele mensen; hier in Mattheüs over volkeren in relatie tot Zijn
volk Israël. En in vers 46 wordt in vertalingen soms gesproken over
‘straf’, soms over ‘pijniging’, waardoor men denkt dat het om het laatste
oordeel gaat.

‘Dat is dus niet het geval? Maar wat staat er dan echt?’

Het gaat om het Griekse begrip kolasis (komt ook in 1 Johannes 4:18 voor)
en houdt in: tuchtiging, insnoeiing, met het oog op herstel.
Het is daarom per definitie niet eeuwig, maar eonisch.

‘Dat kan ook niet anders, want God is redder van alle mensen, volgens
1 Timotheüs 4:10, dat blijft het goede nieuws!’