Vandaar mijn bereidwilligheid
ook aan jullie die in Rome zijn
het evangelie te verkondigen.
Romeinen 1:15
Hoewel de mensen aan wie de
apostel schrijft, gelovig waren,
hadden ze toch de brief nodig.
Zij geloofden kennelijk de Heer
Jezus, die als Messias van Israël
een tragische dood stierf. Maar
als groot wonder uit de doden
opgewekt was door Zijn Vader.
Dat hadden ze gehoord. Echter,
veel was nog onduidelijk.
Paulus was bereidwillig om aan
hen het evangelie te brengen.
Romeinen geeft ook het geheim
van het evangelie aansluitend
op het evangelie van God. Het
laatste was (deels) bekend in
Tenach; rechtvaardiging door
geloof. Dan zie je Abraham en
Sarah; bij verzoening (en dat is:
het geheim van het evangelie)
zie je Adam en Christus.