Wij zouden elkaar dan niet
langer richten. Maar neem
dit veeleer in acht: geen 
aanstoot te geven aan de 
broeder, of een (val)strik (te
zijn).
         
Romeinen 14:13

Je wilt geen aanstoot of valstrik
voor een broeder (zuster) zijn.
En dat des te meer als je gaat
zien wat de Heer gaat doen bij
de bèma.
De ander richten of minachten?
Kan niet.
Je weet niet eens het motief of
reden achter zeker gedrag.
Het (ere)podium van God is
ten goede, voor ons. Dat is een
proces van genade, zodat onze
wonden genezen.
Je raakt dan kwijt wat niet ideaal
of uitstekend was. Het zal de tijd
zijn waarin jouw trots verdwijnt.
Wat jou neerdrukt (als gevolg van
tekortschieten) wordt van je af
genomen.
Ja, wij allen zullen uiteindelijk
lof en eer geven aan onze Heer
en aan Zijn God en Vader.