‘En? Hoe zit het dan bij Paulus met de goddelozen?’

Bij Paulus lezen we over de rechtvaardiging van de goddeloze:

Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem,
die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot
gerechtigheid
Romeinen 4:5

Er staat nadrukkelijk bij, dat het gaat om degene, die niet werkt,
maar zijn geloof vestigt op God, die de goddeloze rechtvaardigt,
zijn geloof gerekend wordt tot gerechtigheid.

Daar waar onder de wet de goddelozen veroordeeld worden, wordt
bij Paulus de goddeloze die tot geloof komt, gerechtvaardigd!

‘Dat is wel bijzonder. Je bent er misschien zo aan gewend geraakt, maar
als je er opnieuw bewust stil bij staat, komt het bijzondere karakter
ervan weer naar voren en ben je onder de indruk van Gods liefde.’

Kijk hoe het onder de Thora was (Deuteronomium 25:1):

Wanneer er tussen lieden twist zal zijn, en zij tot het gerecht zullen
toetreden, dat zij hen richten, zo zullen zij den rechtvaardige recht-
vaardig spreken, en de onrechtvaardige verdoemen.

Principe: de rechtvaardige wordt gerechtvaardigd en de goddeloze
(onrechtvaardige) wordt verdoemd (veroordeeld).
Onder de genade (paulinische evangelie), wordt de goddeloze recht-
vaardig verklaard. Hoe? Door werken? Nee. Door geloof!


‘Tsja, dat is wel geweldig. Het hangt niet af van ons, maar van Zijn werk!’

Daarom staat er ook geschreven in Romeinen 4:16 :

daarom is het (alles) uit geloof, opdat het zou zijn naar genade