Aardse bezittingen, kerkgebouwen, allerlei eigen gebouwen en ruimtes, het is allemaal vanzelfsprekend geworden in de christelijke (óók evangelische!) wereld. Aan deze dingen zit altijd een rechtspersoon vast. En dus een bestuur. Dan krijg je bestuurlijke perikelen. Dat heb je nu eenmaal, als je door je bezit wel op aardse dingen gericht móet zijn. ‘Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn’ schrijft de apostel in zijn machtige Kolossenzenbrief. Dat is niet zweverig. Integendeel. Paulus kijkt alleen geestelijk tegen de dingen aan. Bij veranderingen moeten beslissingen vallen. In het bedrijfsleven wordt dan weleens bestuurlijk en fel ‘ze moeten slikken of stikken’ gezegd, als men om zekere redenen een bepaald besluit of grote verandering door wil drukken. Zo’n uitspraak lijkt ondenkbaar binnen kringen van echte gelovigen. Hoewel….. Zo ga je niet met elkaar om, toch? Maar het lijkt soms wel, dat als het om geld gaat, gelovigen ineens echte mensen van vlees en bloed blijken te zijn.
‘Deze dingen hoorden de farizeeën, die geldzuchtig, en zij hoonden Hem’, staat in Lucas 16:14 te lezen. De Heer Jezus sprak weleens over wat er in het hart van de mens zit  (Mattheüs 15:18-20); Hij sloeg de bekende spijker op de bekende kop! Het woord van God heeft reinigende werking.
Vul eerst je hart met dat woord, en doe daarna wat in je hart is.