‘Nou, het was een troostend woord gisteren, en het fijne van
het woord van God is -vind ik- dat het niet verandert.’

Het is ook de Heer die niet verandert. Hij is gisteren en vandaag dezelfde
en dat blijft zo! Dat schrijft de apostel in de Hebreeënbrief.
Het is een opbouwend woord, dat Filippenzen 4:4-7. Het blijft iets dat
een weg wijst, die je nergens anders in de Schrift tegenkomt. Er staat
iets heel bijzonders in 4:6, het gaat om: met dankzegging.

Dat zegt in feite waar heel het evangelie om draait. Er zit in het Grieks
het woord genade in. Dat is het opvallende kenmerk van Paulus’
evangelie. Het zet je hart als vanzelf aan tot danken, als je gaat beseffen
wie God werkelijk is. Een Vader die jou ziet als Zijn zoon.

‘Het is soms niet gemakkelijk om een dankwoord naar Vader toe over je
lippen te krijgen. Het water kan je tot aan de lippen staan in je leven.’

Met alle emoties die wij als mensen hebben, het lijden waarin we zitten,
is het de weg die we kunnen gaan: naar God toe en al onze wensen met
gebed en (tranen) en smeking bij God brengen. Wij vragen ons soms
verbijsterd af wat er gebeurt. En we kunnen ermee naar Vader. Hij is
veel groter dan wij en heeft ons lief. Hij overziet heel de weg.
Daarom kunnen we met dankzegging dat doen. En dat heeft gevolgen!