Jezus’ relatie met de wet? Hij leefde onder de wet (Torah), dat is: onder het oude verbond. En waar gesproken wordt van een nieuw verbond, is het oude niet ver van de verdwijning (Hebreeën 8:13). En als Jeremia (31) er al van sprak, was het al tijden duidelijk, dat het oude moest verdwijnen; het oude was allang door het volk gebroken (Jeremia 11). Inderdaad leefde Jezus (de naam van Zijn vernedering) onder de Torah; maar dat was dus helemaal de oude situatie. De nieuwe situatie is: een nieuw verbond, een opgestane Heer: Christus Jezus. Heeft deze Opgestane iets te maken met het oude verbond? Nee! Alleen en uitsluitend met het nieuwe! Hij is er zelfs de hogepriester van naar de ordening van Melchi-zedek. Nemen we in dit licht nog eens de uitspraak van de blogger onder de loep: ‘Jezus en de Torah zijn niet los verkrijgbaar’, dan horen daar wel wat aantekeningen bij. Bovendien zei de Heer toen Hij op aarde was: ‘Neemt Mijn juk op je, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart’. Dat was dus een ander juk dan dat van de Torah. Tijdens het uitspreken van de ‘bergrede’ was de Heer al bezig, de principes van het leven onder het nieuwe verbond te laten zien. Het oude is nu voorbij (2 Corinthiërs 5:14). Christus is Heer van de nieuwe schepping, de hogepriester van het nieuwe verbond en zit op de troon van genade. Als gelovigen doen wij de nieuwe mens aan, in en door de kracht van Gods geest. Alleen in die kracht, Zijn kracht, kun je echt leven! Onder Gods genade!