‘Nu zagen we gisteren, dat bij Israël waken een vereiste is, anders
ontvangen zij vele slagen. Hoe zit dat bij het lichaam van Christus?’

Paulus wijst de heiligen van dat lichaam er wel op, dat zij waken.
Maar er staat geen straf op als zij dat niet doen. Dat blijkt uit de brief
die daar bij uitstek over spreekt, 1 Thessalonicenzen.

‘Maar het spreekt toch vanzelf dat de leden uitzien naar de terugkeer
van de Heer die hen wegrukt bij de bazuin van God en dus automatisch
waken?’

Nou, kennelijk niet hoor, als je 1 Thessalonicenzen 5 leest. Paulus geeft
in dat hoofdstuk aan, dat de gelovigen zich niet zouden laten afleiden of
in een roes raken of indommelen (NBG: slapen).

‘Hoe kun je je dan laten afleiden of in een roes raken of indommelen?’

Afleiden doordat je je laat afbrengen van de hemelse verwachting naar
een aardse, alsof je met Israël deel zou hebben aan het aardse koninkrijk.
Al de beloften voor Israël kunnen je zelfs in een geestelijke roes brengen
alsof je daar deel aan zult hebben. Veel christenen vieren nu al de feesten
van Israël, terwijl ze geen proselieten zijn, maar leden van het lichaam!

‘Tsjonge, nooit gedacht dat zoiets de roes is waar Paulus het over heeft in
1 Thessalonicenzen 5!’

Er zijn veel meer mogelijkheden om in een geestelijke roes te komen; denk
aan de dingen die overwaai(d)en: de Toronto zegen, T.B. Joshua, John
Wimber, en zo voorts. Veel geestdrijverij, geen gezonde woorden.
Beter is het, vast te houden aan de Schrift en de gezonde woorden van Paulus!

 

Â