‘Ik ben wel geschrokken gisteren. Dan komt het wel dichtbij wat er
nog gaat komen over de wereld.’

De grote verdrukking komt door de hand van de natiën over Israël en
de toorn van God komt over de natiën. Dat zijn de enorme gerichten die
in Openbaring beschreven worden. En de toorn van God over de natiën
komt tijdens en ná de laatste jaarweek van Daniël 9.

‘De grote verdrukking is dan toch een uiting van Gods toorn over Israël?’

Zo kun je het zeggen. Israël zal eerst door veel verdrukkingen het koninkrijk
van God binnen kunnen gaan. Wij zijn gered van die toorn en die verdrukking,
het neemt niet weg dat wij als gelovigen in ons leven verdrukking ondergaan.
De rechtvaardiging in Zijn bloed en de redding in Zijn leven garanderen ons
een veilige plaats als de dingen op aarde in een crisis terechtkomen.

‘Dat heeft met die vrede van de verzoening te maken?’

Absoluut. Er is niets tussen God en ons. Wij hebben als verzoenden rechtstreeks
toegang tot de Vader, zonder tussenkomst van Israël. Elke vorm van vijandschap
is weggedaan; zowel die tussen ons en God als die tussen Israël en de natiën.
In Christus Jezus schept God een nieuwe mensheid, waarin geen onderscheid
meer bestaat tussen Jood en Griek, Israël en de natiën.
De gelovigen zijn ambassadeurs van de vrede van God naar de wereld toe.
Die houding van vrede vanuit God zal veranderen; God zal gaan ingrijpen in het
wereldgebeuren. Daarom moeten eerst de ambassadeurs van de vrede weg!