Ieder geve, zoals hij zich heeft
voorgenomen in het hart, niet
uit droefheid of uit dwang,
want: God heeft de vrolijke
gever lief.
2 Korinthiërs 9:7
Met: ‘God heeft de vrolijke
(of: blijmoedige) gever lief’, kan
subtiel ook druk uitgeoefend
worden. Het krijgt dan een wat
religieus karakter: als jij nu maar
veel geeft, dan zal God jou wel
liefhebben. Alsof je zoiets kunt
verdienen! Dat is dan ook niet
de ondertoon hier bij Paulus.
Deze brief ademt van a tot z
de genade en liefde van God.
Zoals alle brieven van zijn hand.
Met Gods genade in het hart
zal geven nooit gedwongen zijn.
Dat kan per definitie niet.
Gebed, dank, voorbede is veel
belangrijker dan geld geven.
Paulus vroeg nooit in die zin
om materiële zaken, wel om
gebed, en dat regelmatig in de
brieven. Laten wij dat doen.