De boodschap, dat het overgrote deel van de mensheid voor eeuwig verloren gaat, omdat zij in dit leven niet hebben geloofd in de Zoon van God, is geen evangelie. Als dat de inhoud van het ‘evangelie’ (goed bericht, goede boodschap) zou zijn, dan is ‘evangelie’ een onjuist gekozen woord. ‘Ja, maar het evangelie is, dat Jezus Christus is gestorven voor de zonden van de mensen’. Als men het zo zegt, is het nog steeds geen evangelie. Want dan is Hij alleen gestorven. Volgens Paulus althans, is dat geen evangelie. ‘Ja, nee, ik bedoelde natuurlijk ook dat Hij is opgestaan’. Oké, we zijn een stapje verder. Maar dan: Hij is gestorven voor onze zonden en opgewekt uit de doden. En dan? ‘Ja, je moet het natuurlijk wel geloven’. Akkoord, het evangelie wordt gesproken, men hoort het en gelooft dat. Dan ben je gered. Mooi, maar het blijkt, dat er vandaag miljarden zijn, die dat niet geloven! ‘Nou ja, dan moeten wij meer zending bedrijven’. Mmmm, als we terugkijken op 2000 jaar zending, en we zien hoeveel tijd en energie er ook nu in gestoken wordt, dan heeft het maar weinig opgeleverd. Nog steeds gaat het overgrote deel van de mensheid voor eeuwig verloren. Stel je eens voor, dat jouw broer of zus of vader of moeder (of allebei) maar niet willen gaan geloven. Wat dan? ‘Nou ja, dan zijn zij voor eeuwig verloren’. Kun je dat met droge ogen zeggen? Maar, Paulus schrijft toch zo duidelijk in 1 Timotheüs 4:10, dat God de Redder van álle mensen is, inzonderheid van de gelovigen? Dát is toch écht een blijde boodschap? Als je ongelovige vrienden, vriendinnen en familieleden steeds maar niet willen geloven, dan is het toch een geweldige troost, te weten, dat ook zij eens hun knieën voor hun Redder zullen buigen, en dat echt van harte?